Maak eerst een magische lus en haak zes vasten in de lus. Vervolgens meerder je elke toer tot de bodem gereed is. In de eerste toer van zes vasten, haak je steeds twee vasten zodat je twaalf steken krijgt. Vervolgens meerder je om de steek en krijg je achttien steken. Dan volgt een toer waarbij je twee vasten haakt in de eerste steek en eentje in elk van de twee daaropvolgende steken. Je hebt nu 24 steken en zo ga je verder tot de bodem groot genoeg is. Overigens heb ik elke toer gesloten met een halve vaste. Deze halve vaste haakte ik in een losse steek, waarmee ik elke toer begon.
Haak nu een toer waarbij je alleen de achterste lussen gebruikt. Vervolgens stop je met meerderen en haak je steeds hetzelfde aantal steken om de wanden van het mandje te vormen. Ik heb ervoor gekozen om de laatste toer met een contrasterende kleur te haken. Daarna komen nog de picotjes.
Als het goed is dan heb je al een aantal steken dat deelbaar is door drie, maar het is goed om het nog even te controleren. De picotjes worden het mooist met een haaknaald die een nummer kleiner is. *Maak een vaste in de eerste steek. Haak vervolgens drie lossen en sluit het picotje door een halve vaste te maken in de eerste losse. Zet het picotje vast door een steek over te slaan en een vaste te maken in de volgende steek. Herhaal vanaf het *. Het mandje is klaar, afgezien van het verstevigen.
1 opmerking:
Tof dat je het patroon met ons wil delen Myriam! Het is echt wel mooi, maar dit ga ik voorlopig niet maken, haken is al minder mijn ding en ik ben in de ban van de poppen momenteel!
Groetjes, rita.
Een reactie posten